Vragen & Antwoorden - webinar complexe...

Vragen & Antwoorden - webinar complexe scheiding
Hieronder geeft expert Wendy Tazelaar antwoord op een aantal vragen die aan de orde kwamen tijdens het webinar over complexe scheiding.
1. Wat kun je doen in fase 3 van de ‘Escalatieladder van Glasl’?
De escalatieladder van Friedrich Glasl geeft de ontwikkeling in een conflict weer. Elke stap op de ladder heeft gevolgen voor het gedrag van mensen, voor hun houding en hun manier van denken. In fase 3, de Lose-Lose fase, is het conflict dermate ernstig dat de ene ouder de andere tot iedere prijs wil laten verliezen of uitschakelen. Er is dan sprake van structurele onveiligheid voor het kind. De stappen van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling dienen te worden gevolgd en na gebruik van het afwegingskader zal een melding bij Veilig Thuis het meest aangewezen zijn. Vanuit Veilig Thuis zal bekeken moeten worden of hulpverlening of interventie in het vrijwillig kader nog mogelijk is of dat via een kinderbeschermingsmaatregel een interventie in het gedwongen kader ingezet moet worden om het kind te beschermen.
2. Stel dat een kind geen contact meer wil met een van de ouders, vanwege eerder geweld. Wat kun je dan doen als professional?
Als in een gezin huiselijk geweld heeft plaatsgevonden, in de vorm van kindermishandeling of getuige zijn van geweld is gedegen feitenonderzoek noodzakelijk door bijvoorbeeld Veilig Thuis of de Raad voor de Kinderbescherming. Onderzocht moet worden welke vorm van geweld er heeft plaatsgevonden was dit bijvoorbeeld stressgerelateerd of was er sprake van intieme terreur? Hoe ziet de huidige veiligheidsbeleving voor de verschillende gezinsleden eruit? Is er bereidheid van beide ouders om mee te werken aan hulpverlening? Afhankelijk van de conclusie kan er gekeken worden welke vorm van contact er dan wel mogelijk is.
3. Wat kun je – als professional - doen bij ouderverstoting?
Het belangrijkste is dat je als professional signalen van ouderverstoting kan herkennen. Signalen kunnen onder andere zijn:
• Het kind wijst één van de ouders af zonder duidelijke reden, terwijl er voorheen een goede band was.
• Eén ouder ziet de andere ouder als minderwaardig en laat zich naar de kinderen ook negatief uit over deze ouder. Tekortkomingen worden met de kinderen gedeeld en overdreven.
• Eén ouder bepaald eigenlijk alles en heeft de controle. Zo besluit de ouder zich eenzijdig niet aan de omgangsregeling te houden en houdt de kinderen weg van de andere ouder. In het weekend van de andere ouder is het kind ineens ziek, heeft het kind ineens andere afspraken of wordt aangegeven dat het kind zelf niet wil.
• Het kind laat zich negatief uit over een ouder, zonder duidelijke aanleiding en noemt onbelangrijke dingen als reden waarom hij of zij geen contact meer met deze ouder wil. Het kind toont hier geen schuldgevoelens over.
Er zijn verschillende gradaties van ouderverstoting. Zo kan er een lichte of matige vorm zijn, dan is er nog wel omgang met het kind. Een professional kan dan ouders helpen om duidelijke afspraken over de kinderen te laten maken. Ook psycho-educatie kan helpend zijn, niet altijd hebben ouders door wat de schade op lange termijn is.
In het geval van ernstige ouderverstoting, is onderzoek nodig om te kijken welke interventie weer kan leiden tot contactherstel, al dan niet in het gedwongen kader.
Meer informatie over ouderverstoting via: https://hechtscheiden.com/
4. In parallel ouderschap, hoe zit het dan met schoolkeuze en dergelijke?
Bij parallel ouderschap voeden ouders hun kinderen elk op hun eigen manier op, dit stemmen ze onderling niet af. Bij parallel ouderschap is er weinig communicatie en emotionele betrokkenheid tussen de ouders. Wel worden duidelijke afspraken gemaakt om conflicten te verminderen of te voorkomen, dit wordt vaak opgenomen in het ouderschapsplan. Dit is met name belangrijk om beslissingen over het kind waarbij beide ouders moeten instemmen.
Na een (echt)scheiding zijn de ouders meestal gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag en hebben daarbij gelijke rechten en plichten. Keuzes zoals medische behandelingen of een schoolkeuze kunnen dan niet eenzijdig gemaakt kan worden.
Bij verschillende zienswijzen over de juiste school zou een kindbehartiger kunnen helpen om de stem van het kind te vertolken. Als ouders er toch niet uitkomen is de gang naar de rechter een laatste redmiddel. Deze kan vervangende toestemming geven.
5. In hoeverre wordt parallel solo ouderschap reeds ingezet/vergoed vanuit gemeentes/jeugdwet?
Dit wisselt per gemeente. Sommige jeugdzorgaanbieders bieden dit aan, hier kunnen ouders terecht na indicatie van een jeugdteam/wijkteam of huisarts. Ook kunnen ouders kiezen voor particuliere trajecten.
6. Heeft een kind altijd recht om zijn ouder te zien? Als een ouder geen contact meer opneemt na de scheiding, kan parallelouderschap of schot-ouderschap dan nog werken of 'afgedwongen' worden?
‘Na een scheiding hebben beide ouders recht op omgang met hun kind. En zij hebben de plicht tot omgang met hun kind. Ook het kind houdt recht op omgang met beide ouders. Een ouder met gezag zorgt ervoor dat het kind een goede band heeft met de andere ouder.’
Zie ook https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/scheiden/vraag-en-antwoord/omgang-met-kind-na-een-scheiding